Bron victorvaccin.be
Gezondheidspersoneel en mensen die werken met kinderen: Hierbij gaat het vooral om vaccinatie tegen griep, kinkhoest, hepatitis B en zo nodig ook tegen mazelen (personen geboren na 1970 die geen mazelen doormaakten of niet tweemaal gevaccineerd werden).
Indien iedereen werkzaam in de zorg zich laat vaccineren tegen bv. de griep, wordt groepsimmuniteit bekomen. Dit betekent dat men beschermd is tegen een infectieziekte doordat een groot deel van deze populatie immuun is voor een infectie en deze zich niet of nog moeilijk kan verspreiden. Zo worden ook de mensen die niet gevaccineerd kunnen worden, zoals jonge kinderen of mensen met een verminderde immuniteit, beschermd.
Vaccinatie tegen COVID-19 is sterk aanbevolen voor wie werkt in de zorgsector (ook als niet-zorgverlener). Dit omwille van de eigen bescherming tegen ernstige COVID-19 infectie, het voorkomen van te hoge werkdruk door ziekte-uitval en voor de bescherming van kwetsbare personen met wie men contact heeft.
- Mensen die dagelijks contact hebben met gevogelte en/of varkens wordt het vaccin tegen de griep aangeraden.
- Mensen die werken met afval, in onhygiënische omstandigheden of die in contact komen met stoelgang worden een vaccinatie tegen tetanus en hepatitis A aangeraden.
- Personeel van instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking wordt het vaccin tegen hepatitis A aangeraden.
- Mensen die werken met voeding wordt het vaccin tegen hepatitis A aangeraden.
- Mensen die veel contact hebben met dieren (dierenartsen, veehandelaars, dierenverzorgers, boswachters, speleologen en mensen die met vleermuizen werken wordt het vaccin tegen hondsdolheid aangeraden.
- Personen die veel reizen voor het werk in het buitenland